Platte band! Wat te doen?

Het is heel belangrijk om je banden regelmatig te controleren. Vooral de druk. Hij moet aangepast worden voor lange reizen. Maar voorkom vooral dat je op te weinig opgepompte banden rijdt! Ze zouden dan kunnen klappen. Dit is duidelijk een heel gevaarlijke situatie op de weg. Een lekke band kan langzaam ontstaan door een kleine beschadiging, maar er kan ook een klapband ontstaan door een scherp voorwerp op de weg. Hoe ga je te werk?

Het eerste wat je moet doen is de auto verplaatsen naar een veilige plek. Met een lekke band is het mogelijk een paar honderd meter te rijden zonder al te veel schade aan de auto te riskeren. Voer een visuele controle uit om te proberen de oorzaak van het lek vast te stellen.

Steeds meer auto's hebben geen reservewiel meer. Ze hebben alleen een reparatiesysteem om in de sigarettenaansteker te steken. Deze uitrusting mag alleen gebruikt worden voor een korte rit naar de dichtstbijzijnde garage of zelfs naar huis of een meer comfortabele plaats om op hulp te wachten. Maar voor je het gebruikt, moet je je ervan vergewissen dat het geen lek is, veroorzaakt door een spijker of een schroef. Vaak zal de hersteller de band met een wiek kunnen repareren.

Als je een reservewiel hebt (of een thuiskomertje), doe je het als volgt:

1. Stel je op een veilige plaats op, op een harde ondergrond en niet op een helling. Trek de handrem aan, en zet de auto in de 1e versnelling voor een handgeschakelde versnellingsbak en in P voor een automaat. Trek je veiligheidshesje aan en plaats je driehoek om andere weggebruikers te waarschuwen. Tijdens de bandenwissel mogen er geen personen in de auto blijven.
2. Haal alle benodigdheden voor de vervanging uit de koffer (krik, kruissleutel en gereedschapsset, reservewiel, gebruiksaanwijzing, eventueel handschoenen). Hou dit alles dicht bij je in de buurt.
3. Verwijder de wieldop of ontgrendel de antidiefstalbout van de velg (zie de procedure in het instructieboekje van de auto).
4. Draai de bouten los VOORDAT je de krik plaatst. Draai tegen de klok in. Ga zo nodig, als de bouten vastzitten, op de ontgrendelsleutel staan en leun tegen de carrosserie. Verwijder de bouten nog niet.
5. Plaats de krik op de beoogde plaats (markering op het chassis om de verstevigde punten aan te geven).
6. Begin de auto op te krikken. Krik net hoog genoeg op zodat het wiel de grond niet raakt (niet hoger).
7. Verwijder de bouten en leg ze samen op een veilige plaats.
8. Neem het wiel stevig vast en verwijder het.
9. Neem het reservewiel en plaats het op de juiste manier. Plaats de bouten terug door ze met de hand een beetje in te draaien, draai ze dan met de kruissleutel zonder te forceren in een volgorde van 1 - 3 - 2 - 4 (dus niet de naastliggende bouten).
10. Laat de krik zakken. En zorg ervoor dat de vier wielen de grond raken.
11. Draai de bouten nog eens na, en eventueel nog een laatste keer met je voet op de kruissleutel, waarbij je met al je gewicht naar beneden drukt (maar niet forceert).
12. Als het een thuiskomertje is, respecteer dan de op de velg aangegeven maximumsnelheid. Als het een echt "wiel" is, monteer je zo nodig de wieldop opnieuw.
13. Moderne auto's hebben allemaal TPMS-drukcontrolesystemen. De druksensoren kunnen opnieuw ingesteld worden volgens een in de gebruiksaanwijzing beschreven procedure.
14. Controleer de spanning zo snel mogelijk bij een benzinestation en maak een afspraak met een vakman om de lekke band te repareren of een nieuwe te monteren.
15. Goede reis, maar wees voorzichtig.